Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Team III

Purmerend 3 – Aartswoud 3

Donderdag 3 november speelde het derde team thuis tegen Aartswoud 3, in onze groep een van de outsiders voor promotie. Zij zijn met een ratinggemiddelde van de opgegeven spelers van 1725 zesde in de ranglijst. Het verschil tussen nummer 4 en 6 is echter maar 12 punten.

Wij traden aan met twee invallers voor Kees Kerkdijk en Frank van der Moolen. Serkan Milli en Frans Kerkhoff waren hun vervangers.

Van het verloop van de wedstrijd heb ik niet veel meegekregen, mijn partij vergde veel van mijn concentratie. Ik hoorde Ton, naast mij op bord 1, zonder overleg met de waarnemend teamleider, ik dus, remise aanbieden. Of hij wist hoe de stand op dat moment was weet ik niet, zijn stelling zal er wel naar geweest zijn. Niet dat de waarnemend teamleider wist hoe het er voor stond…, ik had hem ook niet kunnen adviseren.

 

Ton (1): Ik kwam goed uit de opening, maar na wat slappe zetten in het middenspel werd de aanval van Peter Roskam steeds sterker en moest ik mij met hand en tand verdedigen. Meestal lukt me dat wel goed (hakken in het zand) en ook nu kon ik me onder de druk uit worstelen en kreeg een wat betere stelling na pionwinst.

Met nog ieder 3 minuutjes besloot ik remise aan te bieden, zodat we in ieder geval een gelijkspel zouden hebben. En ik wist ook dat Luc eigenlijk niet meer kon verliezen, zodat we zouden gaan winnen.

 

Rob (2): Het moest er een keer van komen. Mijn laatste verliespartij in de externe bondscompetitie dateert van 10 februari 2014.

In de opening win ik in een voor mij bekende variant al gauw een pion, zwart kan niet meer rokeren en de koning blijft in het midden. Wat ik inlever is dat mijn koningsvleugel verzwakt is en enige moeite heb te ontwikkelen. Maar de computer geeft mijn stelling een duidelijke plus. Op de 22e zet maak ik een ernstige fout (zie fragment). De hele tijd heb ik rekening gehouden met zwarte paardoffers op e3 of d4. Nu mijn tegenstander een fraai dubbel paardoffer beslissend kan doen hou ik er geen rekening mee en laat hij het achterwege, gelukkig. Na 23. Tc1 heeft mijn stelling weer de voorkeur. Het fragment:

 

 

Toch zie ik kans deze stelling nog te verknallen, ik weet met een slinkende bedenktijd geen goede verdediging te vinden tegen de vele dreigingen die mijn tegenstander weet te creëren. Een getimed remiseaanbod van mijn kant, daar zal hij in ieder geval even over na moeten denken zodat ik wat tijd terug kan winnen, wordt door mijn tegenstander na overleg met zijn teamleider afgeslagen. Zo te zien had hij er zelf wel oren naar.

Na afruil van de dames en een stel torens blijken mijn pionnen kwetsbaar en verlies ik de ene na de andere. Ik probeer nog wat ik kan maar mijn tegenstander maakt het goed af. Weer ben ik als laatste klaar en zie tot mijn opluchting dat we toch nog gewonnen hebben.

 

Na mijn repertoireverandering een paar jaar geleden is dit nu de derde keer dat ik de stelling met de pionwinst op het bord heb gekregen. Na twee (onnodige) nederlagen is het tijd me te bezinnen op de vraag of ik het nog een vierde keer zal gaan spelen…

 

Frans (3): Met zwart tegen Rik van Ingen (elo 1749) beloofde een zware partij te worden. Zoals zo vaak kwam ik niet lekker uit de opening. De druk werd steeds meer opgevoerd en ik kwam al snel een kwaliteit achter te staan. Ik probeerde met mijn loperpaar wat tegengas te geven en kon door een combinatie zelfs nog een stuk winnen, maar het bleek niet genoeg.

Koning vast in de hoek, pion bijna aan de overkant en een tegenstander die geen verdere fout maakte deden mij de das om. Op de 35e zet gaf ik op.

Gelukkig heeft het team gewonnen, zodat ik toch niet met een kater naar huis ging.

 

Luc (4): Omdat ik Luc niet meer om een verslag kon vragen (geen e-mail) en verzuimd heb dit direct na de wedstrijd te doen is er van zijn partij geen persoonlijk verslag.

Wat ik gezien heb is dat hij al snel een explosieve stelling op het bord had. Ton zegt over de partij nog dat Luc volgens hem steeds beter stond en op het einde, hij was de 1 na laatste, zijn tegenstander eeuwig schaak moest houden omdat hij teveel pionnen achterstond.

 

Ruud (5): Spelend op bord 5 kreeg ik een b4-variant opening tegen. Na een rustige afwikkeling, zeker van mijn tegenstander werden er wat stukken afgeruild en bleef er een centrum over dat in evenwicht was. Hij had 2 lopers en ik een loper en paard. Nu stond zijn zwarte loper achter de pion en kon niet mee doen aan een aanval en had ik een sterk paard in het centrum dat alles onder controle hield. De vraag was wie er als eerste iets zou gaan doen. Afgelopen externe wedstrijd deed ik als eerste iets (met slechte gevolgen), nu begon mijn tegenstander iets om initiatieven in het centrum te krijgen. Tevens ruilde hij zijn sterke witte loper tegen mijn sterke paard met als gevolg dat ik juist het centrum in handen kreeg, mijn torens, loper en dame actief kreeg voor aanval. Na eerst de beste zet niet gedaan te hebben, wist ik met veel manoeuvres toch een hele goede stelling op te bouwen (hij kon niets doen!) en na een slechte zet van mijn tegenstander was het snel over. Voordat hij zijn dame moest ruilen tegen een toren gaf hij op!

Net nadat Daniel, die naast mij zat op een mooie manier het eindspel won kwam zo de stand op 3½ – 1½.

 

Daniël (6): Een gambietpartij. Mijn tegenstander maakte al snel bijna een grote fout. Hij zag het op tijd en ik won alleen de gambietpion terug. Daarna was het een tactische strijd met veel kansen op fouten door mijn tegenstander. Hij deed alles goed tot het eindspel. Het was tellen dat ik 9 tegen 11, dus twee zetten eerder zou promoveren. Dat bleek te kloppen en het punt was binnen.

 

Paul (7): Met wit speelde ikt tegen Ron van Putten. Ik kwam goed uit de opening en had mijn stukken actief in het centrum. Maar ik speelde mijn e-pion te vroeg in het centrum op, waardoor er een afruil ontstond en Ron 2 sterke lopers in het centrum kreeg. Ik ging zorgen voor een verdere afruil, waarbij ik in het eindspel iets actiever stond met mijn koning in het centrum.

Ron gaf door herhaling van zetten met zijn toren aan dat hij wel remise wilde. Ik besloot dit ook aan te nemen. In de analyse bleek ik toch degelijk beter te staan en de winst in handen te hebben als ik door zou spelen. Lesje voor de volgende keer.

 

Serkan (8): Mijn partij bleef heel spannend. Ik stond in partij wel iets beter maar het was niet echt duidelijk. Op een gegeven moment pakte hij mijn giftige pion. Ik gaf schaak en won een stuk. Hij sputterde nog wat tegen maar gaf uiteindelijk op.

 

Op 22 november staat de uitwedstrijd tegen Schaakgroep Koedijk op het programma. In de eerste ronde wonnen zijn met 5-3 van De Waagtoren 5 (1732), in deze ronde zijn zij overtuigend met 6½ – 1½ verslagen door Heerhugowaard 2.

De gemiddelde rating van de opgegeven spelers is 12 punten hoger dan die van Aartswoud. Het wordt ongetwijfeld weer een spannende wedstrijd.

 

https:\/\/www.nhsb.nl/index.php?pageID=2&seizoenID=2016&klasseID=626

 

Rob

Bakkum – Purmerend 3 1½ – 6½

Dinsdag 4 oktober ging het derde team op bezoek bij Bakkum. Bakkum is een van de twee promovendi in onze klasse.

De navigatie in mijn auto gaf keurig het adres aan maar in het donker miste ik de afslag. Dat kwam goed uit, ik keerde bij Huize Koningsboch. Net toen ik mijn auto had geparkeerd kreeg ik een telefoontje van Serkan dat hij Het Ruiterhuys, onze speellocatie, niet kon vinden. Hij was toen bij het Koningsbosch, dus kon ik hem mooi gidsen.

Het Ruiterhuys is een restaurant, gevestigd in een oude stoeterij. Het restaurant is aan de voorkant, achterin de voormalige paardenstal die gebruikt kan worden voor recepties en dergelijke. Daar moesten wij onze wedstrijd tegen Bakkum spelen. Grote zware tafels, met naast ieders bord een bureaulamp om extra verlichting te geven. Mijn vrees dat slechts het halve bord verlicht zou zijn en het licht hinderlijk op de stukken zou reflecteren werd gelukkig niet bewaarheid.

Maar al snel bleek wat het geheime wapen van Bakkum was. Aan de oude functie van de stallen kleefde  een nadeel: vliegen. Vrijwel continu bezochten de vliegen onze borden en omdat het een oude paardenstal betrof hadden juist die stukken veelal de voorkeur om als landingsplaats gebruikt te worden. Regelmatig zaten ze ook op de klokken, maar gelukkig met niet genoeg gewicht om die te ontregelen. De neiging om er eens flink op los te meppen moest beteugeld worden. Een paar harde klappen zou misschien nog meer verstorend gewerkt hebben. Ach, al met al had het ook wel iets amusants. En het heeft ons er niet van weerhouden in onze eerste wedstrijd eens goed uit te pakken. En met bijna 100 punten ratingverschil, gemeten naar de gemiddelde ratings van de opgegeven spelers, moest dat ook wel. Helaas moesten we onze speler met de hoogste rating van het team, Kees Kerkdijk, missen maar in Serkan hadden we een goede vervanger.

De partijen, commentaar van de spelers:

Luc met zwart op bord 6 was om 21:00 uur als eerste klaar. Zijn tegenstander maakte een ernstige fout in de opening die me deed denken aan het Herdersmat, waarin Dh5 beantwoord wordt met …, g6 en zwart na Dxe5+ en Dxh8 de toren inlevert. Na 6 zetten is het pleit eigenlijk al beslecht.

Luc: Ik sta een toren voor en win de partij. Na enige zetten van wit geeft mijn tegenstander op na 29 zetten. Hij dacht dat hij mijn dame kon insluiten en winnen, maar had …, Lh3 gemist..

Paul op bord 7 is een klein half uur later als tweede klaar. Over zijn partij schrijft hij:

Paul: Ik speelde met wit tegen Jacob Bleijendaal. Het was een Siciliaanse partij, waarin ik Jacob een dubbelpion bezorgde op de c- lijn. Daarna ging ik hier druk opzetten met mijn dame en paard. Dit verdedigde Jacob goed door te proberen de dames te ruilen, maar daar ging ik niet op in. Op de 16e zet viel ik met mijn loper zijn paard op f6 aan en kon dan tegelijk tijd zijn witte loper op g5  met mijn paard pakken, doordat ik zijn dekking weghaalde of met mijn paard zijn dame en toren inzette. Hierdoor verloor Jacob een stuk en gaf hij op .

Weer een half uur later, het is dan bijna 22:00 uur, wint Frank op bord 5 zijn partij en staat het 0 – 3.

Frank: Ik speelde met een ratingoverschot van 219 punten met de witte stukken tegen Hans Mantjes. Nou, dan wilde ik wel een gambietje spelen, dat overigens niet aangenomen werd. Al vrij snel was het mijn tegenstander die een pion weggaf, maar dan zonder compensatie. Sterker nog, ik mocht de koningsvleugel enorm onder druk te zetten middels een paar krachtige damezetten. Mijn tegenstander kwam er niet uit. Zijn stukken stonden elkaar in de weg, terwijl die van mij juist goed stonden. Door een klein trucje won ik zijn dame en gaf hij meteen op.

Rond de klok van elf winnen Daniël op bord 4 en Serkan op bord 8 hun partijen, 0 – 5 en de matchpunten zijn binnen.

Daniël: Het is altijd lastig tegen Bakkum uit. Als is het de eerste keer dat ik daar speel. Volgens Frank lagen onze kansen aan de lagere borden. Maar goed dat ik dan op bord 4 speel met zwart. Ik heb verder geen idee wat de rating is van mijn tegenstander was dus ik bedenk me rustig te spelen.

In een sfeervolle zaal met dierengeluiden en een paar lokale vliegen was het erg leuk schaken. De partij begon vrij rustig met een Italiaanse opening. Ik ken dat heel goed en de scherpe randjes van wit zijn geen probleem voor me. Mijn tegenstander speelde ook vrij rustig en probeerde naar voren te komen en deed in algemene zin de voorgeschreven en goede zetten. Het zag er allemaal vrij solide uit van beide kanten. We stonden 1-0 voor toen ik een plagerig bedoelde aanval op f2 in ging zetten met mijn paard en loper. Die werd verkeerd verdedigd en zowaar sla ik op f2 met de bedoeling om paard+loper tegen toren+pionnen te komen. Net toen hoorde ik dat we 2-0 voor stonden en bedacht ik me dat ik dit liever één zet eerder gehoord had. Maar wie A zegt, moet ook B zetten.

Ik pende de toren (na het slaan) zo lang mogelijk en wandel met mijn dame naar binnen. Wit moest zijn koning verdedigen en ik snoep meerdere pionnen mee tot een saldo van vier pionnen. Onder de dekking van een beetje schaduw aan die kant wilde ik naar de overkant lopen en eventueel de vier pionnen over houden tegen een paard. Dan had ik de resterende dames geruild en een kwaliteit geofferd. Maar zover kwam het niet. Mijn tegenstander probeerde een aanval op f7 in te zetten. De dekking van zijn paard was niet geregeld en vanuit de schaduw sloeg mijn dame toe. Wit gaf op en ik begin dit jaar met winst.

Serkan: Een leuke gezellige schaakavond in een mooie locatie. Het team waar we tegen moesten was op papier duidelijk een stuk minder qua rating maar dat zeg natuurlijk niet altijd iets. Dat weet ik nog van mijn teamleiderschap voor het 2e team jaren terug toen we gemiddeld 200 elopunten meer hadden per bord en verloren we met 4½ – 3½. Maar dat effe terzijde. Terugkomend op mijn partij: ik had zwart en kreeg weer een lekkere stelling in mijn opening. In deze partij ruilde mijn tegenstander niet meteen de dames af.  Vaak gebeurt dat wel, misschien dacht mijn tegenstander een nieuwtje te hebben.Hij speelde heel opmerkelijk, met een niet gerokeerde koning, g4. Een open koningsstelling, dat leek me niet goed voor hem. Ik pakte het goed aan en won heel mooi.

Alleen de eerste drie borden zijn dan nog bezig. Ton op bord 1 is al eerste klaar, om kwart over elf biedt hij remise aan, Ruud op bord 2 moet vijf minuten later de vlag strijken. Zelf scoor ik, op bord 3, weer vijf minuten later, het laatste winstpunt en gaan we met een ruime overwinning naar huis.

Ton: Mijn partij: rustig geopend met wit, maar kwam al snel beter te staan, mede door de wat voorzichtige aanpak van mijn tegenstander Arno Schlosser. Op de 20e zet kon ik met een schijnoffer van mijn paard een pion op g6 winnen. Het zag er allemaal goed uit, maar Arno verdedigde het taai.

Bij mijn laatste 30e zet had ik mijn loper kunnen offeren tegen een pion op g7 met wellicht een goede aanval, maar zowel weinig tijd om alles door te rekenen als het feit dat we reeds met 5 – 0 voorstonden, deed mij besluiten om remise aan te bieden. Dit ondanks een pion voorsprong.

Maar het feit van ongelijke lopers en ieder nog D+T in een lastige stelling en de analyse na afloop lieten zien, dat het remiseaanbod terecht was.

Ruud: Een flankspel, met c4 opening gevolgd aan beide kanten met een koningsfianchetto. Mijn tegenstander speelde het passief (d3 en f3!) en er gebeurde niet zoveel. Ik had wel veel tijd gestoken in de eerste 15 zetten, mijn tegenstander minder maar zag niet zoveel mogelijkheden. Na afruil van wat lichte stukken bleef de stelling passief. Omdat we al ruim voorstonden, ik niet voor niks zoveel kilometers  gefietst had ben ik i.p.v. remise door herhaling van zetten aanvallender gaan spelen, dat was meteen de slechtste zet van de partij.

Zag later een zet over het hoofd en verloor de kwaliteit. Toen stond het al 6½ – ½, was het al 23:15 uur en tijd om te stoppen en naar huis te fietsen.

Saaie wedstrijd en in het middenspel een fout gemaakt. Heb met veel plezier naar de partij van Serkan gekeken!

Rob: Mijn stukken staan direct en latent gericht op de koningsstelling van mijn tegenstander. Hij heeft daar niet veel verdedigers. Nadat ik mij toren nonchalant op f3 heb neergezet zie ik bij terugkomst aan mijn bord dat ik de zet van mijn  tegenstander totaal niet heb zien aankomen, hij kan een kwaliteit tegen een pion winnen. Als ik me, te laat, in de stelling verdiep zie ik dat het nogal meevalt, ik krijg behoorlijk wat activiteit als compensatie. Komodo, mijn schaakprogramma, geeft me daarin later gelijk. Dus sla ik met een zelfverzekerde air, alsof het allemaal zo bedoeld was, de pion. Ik kon ook niet veel anders en zal wel zien hoe het verder gaat. Mijn tegenstander verzinkt dan in gepeins en ik ga er meer en meer van uit dat hij de kwaliteit niet zal nemen. Dat betekent dat ik gewoon een pion voor sta en mijn toren een extra aanvalsstuk tegen zijn koning wordt.

Rustig bouw ik de druk op en win nog een paar pionnen. Om hem geen enkele kans te geven op tegenspel probeer ik het rustig uit te spelen. Mijn tegenstander ziet zich genoodzaakt een kwaliteit te geven om de druk te verminderen. Weer nonchalant neem ik direct de kwaliteit. Even beter kijken, dan had ik ongetwijfeld gezien dat het geen kwaliteitswinst zou zijn maar torenwinst of winst van dame tegen toren. Hoe vaak heb ik al niet gezegd dat schaken geen dammen is en slaan niet verplicht is…!

Ondanks de fouten een aardige partij.

De volgende wedstrijd is op 3 november, thuis tegen Aartswoud 3. In de eerste ronde wonnen zij met 5½ – 2½ van het op papier sterkere Heerhugowaard 2. Het belooft dus een spannende wedstrijd te worden!

Derde team wint van Bakkum

Het derde team is de competitie goed begonnen. Uit tegen Bakkum werd het, ondanks de inzet van hun geheime wapen, een forse overwinning met 1½ – 6½. Ton op het eerste bord speelde remise, Ruud op 2 verloor. Rob, Daniël, Frank, Luc (heel snel klaar), Paul en Serkan wonnen.

Een gedetailleerd verslag met de impressies van de spelers volgt later.

 

Rob Hählen (wnd. teamleider)

Team Purmerend 3 wint tegen Het Witte Paard

Het Witte Paard 2-Purmerend 3-5
Vrijdag j.l. speelde het derde team in Zaandijk tegen Het Witte Paard in de NHSB competitie klasse 2C..
In een prettige zaal met ruime tafels bonden we de strijd aan tegen de Zaandijkers. Mijn tegenspeler waartegen ik vorig seizoen ook speelde had het over dat kleine zaaltje. We zaten nu inderdaad vorstelijk.

Jan Rot verhaalde in zijn welkomswoord over enkele wapenfeiten uit een roemrijk verleden, o.a. dat hij als 13-jarige op 3 februari 1952 tegen de Purmerender Huisman in het schaakstof beet.
We zouden veel meer van Jan gehoord hebben over het treffen tussen Purmerend en HWP ter gelegenheid van het 40 jarig bestaan van Schaakclub Purmerend als niet de wedstrijdleider was ingesprongen en de practische zaken vermeldde en het startschot gaf.

Ook nu weer was het Paul Meijer die het eerste punt om 21:20 snel binnenbracht (0-1), om 21:45 gevolgd door winst van Kees Kerkdijk (0-2).
Na remises van achtereenvolgens Daniel Doorn, Rob Hahlen, Foppe Reiners en Ton de Veij was de stand om 23:12 2-4. Frank van der Moolen ging om 23:15 in gierende tijdnood door de vlag (3-4).

Ondertussen had invaller Bert-Jan Melchers zijn tegenstander zo in moeilijkheden gebracht dat die stukverlies over het hoofd zag. Toch slaagde de tegenstander erin twee verbonden vrijpionnen te krijgen maar Bert-Jan slaagde er langzaam in, terwijl wij met het zweet in de handen toekeken, om de stelling geheel onder controle te krijgen en een duidelijk winnende positie te bereiken waarop zijn tegenstander opgaf. Mooi werk van onze invaller om om 23:30 uur de teamwinst zeker te stellen. Bedankt Bert-Jan!!

Eindstand 3-5.

In klasse 2C staat Purmerend 3 nu op de 5e plaats.
Het veld ligt dicht op elkaar. 6 van de 8 teams hebben bordpunten varierend van 20,5 tot 22,5 en matchpunten varierend van 4 tot 7.
Wij hebben nog kampioenskansen maar dat hebben we niet meer zelf in de hand en die kansen zijn er alleen als we de laatste twee wedstrijden met ruime cijfers winnen.
In een doemscenario doemt zelfs nog het degradatiespook op.

Kortom we moeten er vol tegenaan in deze spannende competitie.

Volgende wedstrijd tegen Heerhugowaard op 10 maart 2016

Purmerend 3 – Z.S.C. Saende 3 uitslag 3,5 – 4,5 – Impressies

In aansluiting op het korte verslag van deze wedstrijd dat eerder op deze website verscheen op 18 december 2015, volgen hieronder de partij-impressies van de spelers.

BORD 1 Peter Roggeveen – Rob Hahlen 0-1
In de opening verzuimt wit de cruciale zet h3 te spelen. In een later stadium heeft hij de keus uit de verdedigende zetten h3 en g3. Hij kiest met g3 voor de slechtste verdediging. Met een combinatie met een tussenzet kan ik dan twee kwaliteiten of, zoals in de partij gebeurt, de dame voor 2 lopers winnen. De afruilen die volgen maken mijn taak gemakkelijker. Na een kleine slotcombinatie, waarin ik een kwaliteit offer en er een eindspel zal resteren met dame en een vracht pionnen tegen een loper en een toren, is het pleit na 27 zetten beslecht.
(Een grondiger analyse van mijn kleine slotcombinatie laat zien dat ik na een verrassende riposte van wit slechts een kwaliteit kan winnen. Mijn tegenstander heeft de beste voortzetting net als ik gemist!)

BORD 2 Ton de Veij – Jaron Rosegg 0-1
Vanaf het begin had ik het heft stevig in handen. Ik speelde op de 11e zet e5-e6, waarna zwart met de f-pion terugsloeg. Na mijn Pg5 stond zwart echt gekreukt en kon met moeite het hoofd boven water houden door een kleine kwaliteit te offeren en veel tijd te verspelen.
Hierna ontspon zich een spannende open strijd, waarbij ik wat in de verdrukking kwam. Zwart kwam in tijdnood en had af en toe nog maar een paar seconden, maar ja dan weer een zet en weer 10 seconden erbij. Helaas liet ik me meeslepen in zijn tijdnood en deed een onnauwkeurige koningszet op de 38e zet. Ik ging naar f3 waar Kg1 véél beter was. Zwart heeft dan niets meer. En zo kon het gebeuren dat ik ineens pardoes matgezet werd. Mijn tegenstander en ik reageerden beiden verbaasd dat het mat was. Zuur want anders zou hij ongetwijfeld aan de tijdnood bezweken zijn.
Volgende keer hoop ik ook eens mijn steentje te kunnen bijdragen.

BORD 3 Pim Hoff – Frank van der Moolen 1-0
Met 100 ratingpunten meer dan mijn tegenstander Pim Hoff speelde ik met zwart best een leuke opening (Engels) waarin ik mijn d-pion ruilde voor zijn b-pion en daarmee hoopte ik in een later stadium mijn pionnenmeerderheid op de damevleugel naar voren te kunnen brengen. Door een paar onnodig zwakkere zetten gingen echter een aantal tempi verloren waardoor ik daar niet meer aan toekwam. Wit had duidelijk initiatief en voerde de druk op. Om het gevaar te temperen kon ik de dames en wat lichte stukken ruilen, maar het kostte me uiteindelijk ook een pion. Zo hield ik een eindspel over met koning en toren, terwijl mijn tegenstander daar nog een extra pion bij had. Met mijn toren kon ik wel wat schaakjes geven, maar omdat mijn koning niet aan de goede kant van de pion kon komen, was het niet voldoende om de pion tegen te houden. Zodoende ging de laatste partij van de avond verloren en werd het een jammere 3,5 – 4,5 nederlaag voor Purmerend 3.

BORD 4 Serkan Milli – Erik Lust ½-½
Zie het korte verslag van 19 december 2015

BORD 5 Sjaak Veth – Kees Kerkdijk ½-½
Een onregelmatige gesloten opening met Pc3 in plaats van c2-c4.
Het spel ontwikkelde zich langs lijnen van geleidelijkheid waarbij ik enig voordeel kreeg. Dat voordeel verdampte omdat ik een loperstel afruilde en een paard op e5 toeliet. De afruil kwam wit ten goede omdat hij minder ruimte had.
Na afruil van de lichte stukken ontstond een bijna met pionnen tegen elkaar geschoven afgesloten stelling zodat remise een uitslag was die overeenkwam met de bordstand.
Toen ik als eerste klaar was kon ik de andere borden bekijken en me voorbereiden op vragen van de teamleden of er als of niet op winst of remise gespeeld moest worden. Vooralsnog schatte ik bij de stand 2,5-0,5 in dat, hoewel we wel voorstonden, de uitslag nog geenszins vaststond. Zo moest ik Ton desgevraagd adviseren om op winst te blijven spelen.

BORD 6 Foppe Reinders – Arjen Springorum 0-1
In de klassieke variant van de Caro-Kann maakte ik een inschattingsfout. Tot de 30e zet speelde ik een gewonnen partij. Ik speelde toen met de witte loper en 6 pionnen tegen een paard en eveneens 6 pionnen. Op de 30e zet had ik het Paard op g4 moeten slaan en er was niets aan de hand geweest. Mijn tegenstander had dan met een triple pion gezeten en ik had mijn koning in het centrum staan. Tot 2 maal toe liet ik het Paard staan en dat was een verkeerde beslissing. Nadat het Paard buiten bereik van de Loper kwam, kon het successievelijk mijn pionnen onschadelijk maken. Op de 63e zet heb ik moeten opgeven omdat mijn tegenstander 2 verbonden pionnen overhield en makkelijk kon promoveren.
(Springorum is topscorer in klasse 2C met 4 uit 4, dus zonder meer dient hij als een geduchte tegenstander beschouwd te worden die klaarblijkelijk er ook af en toe doorheen zwijnt! CK).

BORD 7 Arnold Rijksen – Paul Meijer 0-1
Ik had een Franse partij, waar ik meteen druk gaf op het centrum. Mijn tegenstander Arnold Riksen moest meteen in de verdediging. Op een gegeven moment kon ik mijn paard ruilen tegen zijn zwarte loper en bezorgde hem een dubbel pion, Later ging Arnold zijn koningstelling opgooien om mijn koningzijde aan te vallen, echter kon ik de aanval pareren. Ik zelf had aan de damezijde een pion meer en bracht de pion aan de overzijde en mijn tegenstander gaf op.

BORD 8 Jan Bakels – Rebecca Rosegg ½-½
Zie het korte verslag van 19 december 2015

CK