Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

De cirkel is rond

In april 1972 werd ik lid van schaakclub Nieuwendam. In die tijd was het niet gebruikelijk om als jongen van 17 naar een schaakclub te gaan. Een schaakclub had toen de status van een groep oude mannen, die al rokend achter het bord als echte heren onder elkaar schaakten.

Cor Croese had net als ik schaken van mijn vader geleerd en Cor en ik schaakten vaak bij ons thuis. Cor was achter de schaakclub gekomen en op een gegeven moment trok ik ook de stoute schoenen aan. Geen sprankelende jeugdafdeling à la Purmerend, maar de jonge jongens moesten meteen met de mannen meedoen. En geen stappen-methode, maar zoek het maar uit. Gelukkig waren er meer vrienden van Cor die in schaken geïnteresseerd waren en die kwamen ook op de club. Dus al snel waren wij dat groepje jongeren die van plan waren de oudjes eens een lesje te leren.

Als zodanig is er in 52 jaar niets veranderd, alleen toen behoorde ik tot de jeugd en nu ben ik een van de oudjes. Bij mijn eerste partij op de schaakclub speelde ik met wit 1.d4 zonder ook maar iets van openingskennis te bezitten. Cor en ik kochten al snel de openingsboeken van Sportverlag Berlin uit het toenmalige Oost-Duitsland. Ik heb ze nog steeds en we hebben er in die tijd veel van geleerd. Geen Chessbase op dat moment.

Een leuke anekdote uit die tijd is dat Cor tegen een andere jeugdige speler moest spelen die ook die openingsboeken had gekocht. Hij wist dat die jongen heel ordelijk de zaak bestudeerde en dus was begonnen bij hoofdstuk 1. Cor bestudeerde het laatste hoofdstuk, ervan uitgaande dat zijn tegenstander nog niet zo ver was gekomen. Cor won. Maar op de schaakclub werd al snel geadviseerd om met 1.e4 te openen en vooral het Italiaans te spelen. Dat zou zorgen voor veel leerzame varianten en je kon die openingen makkelijker bestuderen, daar was meer informatie over. Dus volgde een tijd de e4-periode. Onder invloed van Kortchnoi ben ik overgestapt naar 1.c4 omdat dat minder tactisch is. Kortschnoi had wel verstand van tactiek, die kon dat ook met 1.c4, maar ik vluchtte meer in het positionele. Iets waar ik me wat veiliger bij voel. Iets wat menig Purmerend-speler inmiddels van mij weet.

Het was Barry Brink die mij adviseerde om ‘out off my comfort zone’ te gaan en eens wat nieuws te spelen. Het risico is dat je dan een mindere score haalt bij de eerste partijen, alles is nieuw, maar het is wel goed voor je schaakontwikkeling. Ik had de bekerfinale bij Purmerend uitgekozen om zijn advies in de praktijk te brengen. Ik moest tegen Sanne Visser en met mijn 1.c4 had ik tot op heden niet veel voor elkaar gekregen tegen hem. Tevens zou een nederlaag geen elo-punten kosten en de beker gunde ik Sanne wel. Tevens had ik in het verslag van onze kampioenswedstrijd gelezen dat hij die opstelling d4-e3-f4 nog eens moest bestuderen en volgens mij was dat een stelling uit The London System. En daarbij speelt zwart Pf6 en e6. Ik verwachtte dus dat hij dat met zwart speelde, e6. Ik heb als voorbereiding op de bekerfinale The London System met wit bestudeerd en vooral Pf6 en e6 bekeken en natuurlijk ook de overige varianten. Tot en met het laatste hoofdstuk had ik het bekeken. Gelukkig maar, want een van de laatste hoofdstukken kwam op het bord. Achteraf was mij al snel duidelijk dat we allebei nog veel huiswerk hebben.

Na 52 jaar was de cirkel weer rond, want ik had geopend met 1.d4.

 

Frank van der Velpen

2024-04-19

Delen