Nieuwsarchief


Categorieën

Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Purmerend N2 zet forse stap richting kampioenschap

Op 5 maart speelde het tweede NHSB-team  tegen Opening ’64 N3 uit St. Pancras. Met een 6-0 overwinning heeft het tweede een forse stap richting het kampioenschap gezet. We moeten nog tegen ons 5e NHSB-team (raar dat die wedstrijd zo laat in het seizoen is) en tegen Volendam N2. Volendam N2 en Heerhugowaard N2 zijn de overgebleven concurrenten. Zij kunnen ons alleen achterhalen als we onze resterende twee  wedstrijden verliezen, zie Klasse 3C. Ben benieuwd of deze wedstrijden nog gespeeld kunnen worden nu het coronavirus veel activiteiten heeft stilgelegd.

Over de wedstrijd zelf kan ik weinig melden. Alleen van Wim Dekker heb ik een kort verslag gekregen.
Naast mij op bord 2 kreeg Sandro met wit een Tweepaardenspel in de Nahand tegen zich. Zijn tegenstander is een blinde speler. Fascinerend om te zien hoe die speler op de tast en kennelijk in zijn hoofd gevisualiseerd een partij kan spelen. Niet alleen om te zien, ook te horen. De zetten worden hardop gezegd. Sandro verzet dan de stukken op het bord en zegt welke zet hij vervolgens heeft gespeeld. Ik heb het niet goed kunnen zien maar het leek me een hele tijd theorie met een dubieuze voortzetting van zwart die materiaal kostte. Volgens mij was Sandro als eerste klaar.

Al snel stond het 3-0. Mijn partij was wel aardig, al baal ik ervan dat ik mijn tegenstander zomaar na mijn het mindere 7. …, Lg4 terug in de wedstrijd liet komen. Maar omdat mijn opponent passief bleef en niet ontwikkelde was het niet al te moeilijk. De partij:

Wim Dekker was als laatste klaar. Ik zag dat hij voordeel had maar zag niet hoe hij verder moest. Plotseling was de partij afgelopen. Wim schrijft me:

Ik kreeg het Edams gambiet voor me neus en ben uren bezig geweest om de gekregen pion te behouden en nadat ik aan aanvallen kon gaan denken gaf tegenstander opeens op. Ze wilden naar huis.

Dat Edams Gambiet kende ik nog niet. De automatische spellingscontrole wel, maakt van een Evans Gambiet een Edams Gambiet.

Na een vrolijk stemmende overwinning nog een extra komische noot!

Coronavirusvrij

Clup Welzijn heeft vanwege het Corona virus tijdelijk haar locaties gesloten. Om die reden gaan alle activiteiten in het Triton niet door tot en met 31 maart of tot nadere informatie. Uiteraard betekent dit, dat onze clubactiviteiten voorlopig niet doorgaan.

Met deze aankondiging sluit schaakclub Purmerend zich aan bij het advies van de KNSB om af te zien van alle clubactiviteiten. Het zat er aan te komen en gezien de ernst van de ontwikkelingen lijkt het ons ook een wijs besluit om elk contact in verenigingsverband voorlopig te mijden.
Helaas valt ook het Voorjaarstoernooi binnen deze termijn en ook dat kan dus niet doorgaan. Als het goed is hebben alle deelnemers hierover inmiddels bericht gehad van Rob Hählen. Of het Tulpentoernooi nog doorgaat is nog de vraag. Het valt buiten deze periode en hopelijk is de situatie tegen het eind van maart verbeterd, maar dat lijkt mij onwaarschijnlijk. Hierover beslist het bestuur dus in een later stadium.
Het bestuur hoopt, dat iedereen zich kan vinden in deze beslissing en wenst iedereen een goede gezondheid. Hopelijk zien we elkaar in april weer gezond en wel achter het bord.

Toch schaken?!
Dan adviseer ik je om in ieder geval het uitstekende artikel van Rob Hählen te lezen en de partijen na te spelen. Zeer de moeite waard!
En misschien vind je het een leuk idee, om donderdagavond a.s. toch te schaken en wel online via een Lichess schaaktoernooitje, dat ik wil proberen te organiseren. Hierover meer in de mail, die je als het goed is vanavond (zat) ontvangt. Of geniet anders van de vrije avonden!

 

Lelijk winnen

Slecht spelen is geen excuus om te verliezen. Dat is de subtitel van het hilarische boek Winning Ugly in Chess van Cyrus Lakdawala. Op de achterflap staat:

Wanneer heb je voor het laatst een partij uit één stuk gewonnen? Een partij die niet ontsierd werd door mindere zetten?
Elke schaker weet dat gestroomlijnde overwinningen de uitzondering zijn, dat het spel vaak chaotisch is en stellingen niet logisch. De weg naar de overwinning is over het algemeen vol hobbels en misrekeningen. Welkom in de wereld van het onvolmaakte!
Als je liever een slecht gespeelde partij wint dan een goed gespeelde partij verliest, dan is dit boek de ideale gids. Lakdawala laat zien hoe je er zeker van kunt zijn dat niet jij, maar je tegenstander de laatste fout maakt.
De volgende keer dat de verkeerde speler wint ben jij dat!

Schaakboeken staan doorgaans vol met superieur gespeelde partijen. In Winning Ugly in Chess staan partijen waarin rare zetten worden beloond. Cyrus Lakdawala weet dat goed spelen prima is, maar je tegenstander verslaan is beter. Hij laat de edele kunst van het onverdiend winnen zien aan de hand van een aantal thema’s:

* chaos op een verrassende manier overleven
* gemene zetjes
* weigeren op te geven in verloren stellingen
* ontsnappingen door puur geluk
* niet-geforceerde fouten uitlokken

en andere manieren om na een achtbaan met beide benen op de grond te komen.

 

Ontwikkel de dame niet te vroeg
De schrijfstijl van Lakdawala in Chess for Hawks en dit boek is hilarisch, veel zelfspot en onverwachte opmerkingen. De eerste partij die ik hierbij presenteer is exemplarisch voor de inhoud van het boek. Het commentaar bij de 17e zet van wit vind ik heel geestig.

 

75-zetten regel
En in welk schaakboek vind je een partij van 269 zetten? Uiteindelijk wordt die partij remise, waarbij zwart met een stuk minder meerdere malen verzuimt remise te claimen op grond van de 50-zetten regel. De 50-zetten regel zegt dat een speler remise mag claimen als de laatste 50 zetten door beide spelers zijn voltooid zonder dat er een pion is verplaatst en niets is geslagen.
Het verhaal gaat dat deze partij de aanleiding is voor een aanpassing van het FIDE-reglement. In 2014 is de 75-zettenregel toegevoegd. Die regel zegt dat de partij automatisch remise is als de laatste 75 zetten door beide spelers zijn voltooid zonder dat er een pion is verplaatst en niets is geslagen. De regel gold nog niet toen deze zeeslang werd gespeeld (1989).

Een link naar waar u deze partij kunt vinden:
partij van 269 zetten

De 50-zettenregel is de oplossing voor het probleem dat ik op 19 januari publiceerde. De overeenkomst tussen deze zeeslang en de partij van het Penn en Teller probleem is opmerkelijk. De materiaalverhouding is identiek en beide witspelers hebben de winstmanoeuvre zoals die in de partij Nicolic – Arsovicop bij zet 201 (Tf3!) nog mogelijk is, gemist.

 

Pionnen op de vierde rij
Dit diagram uit een partij tussen Boris Alterman en Deep Fritz (2000), na de 26e zet van wit, is opmerkelijk. In een partij tussen spelers van vlees en bloed zal dit niet snel voorkomen. Ik denk dat Alterman zich de kans niet heeft laten ontgaan. Niemand toch?!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De complete partij:

 

Donner
Tijdens het lezen moet ik vaak aan Donner denken die ook schreef hoe heerlijk het is om volstrekt onverdiend te winnen. Het verbaast me dan ook niet dat het laatste hoofdstuk, met de toepasselijke titel ‘De Koning’ (‘De Koning’ is de titel van het boek met een bloemlezing uit de meer dan duizend stukken en stukjes die Donner sinds 1950 over schaken heeft geschreven) aan Donner is gewijd. Lakdawala schrijft dat hij gehoord heeft dat niemand zijn onverdiende winstpartijen zo briljant kan beschrijven als Donner. Hij googelt (googlet mag ook, dat is de spelling volgens het Witte Boekje) daarom op ‘beste partijen van Donner’ en ziet dat de eerste drie partijen die hij bekijkt alle drie binnen Donners definitie van onverdiende winst passen.

Lakdawala gaat op zoek naar het geheime recept van Donner om partijen die hij niet zou mogen winnen, toch te winnen. Hij komt tot de volgende drie wetten:

1. Hoe slecht de stelling ook, Donner geeft nooit op en gaat niet in de put zitten als hij wordt overspeeld.
2. Donner blijft optimistisch en loert op mogelijkheden voor tegenspel en trucjes, zelfs in stellingen die zo rampzalig zijn dat er niets anders rest dan op te geven.
3. Donner was een psychologische opportunist die zijn stijl aanpast aan de zwakke punten van zijn tegenstander. Bijvoorbeeld zijn winstpartij tegen Fischer. Daarin speelt Donner zo saai mogelijk, omdat Fischer er juist van houdt om te vechten. Of tegen een positionele speler als Portisch aarzelt hij niet de stelling te compliceren, ook al is dat objectief gezien in zijn nadeel.

Dus Donner speelt tegen de persoon, niet tegen het bord.

In zijn verhaal ‘Een misdaad tegen het schaakspel’ (De Tijd, 9 januari 1965) beschrijft Donner zijn winstpartij tegen Matanovic. Hij schrijft:

Ik had zwart en op Matanovics 1. e2 – e4 probeerde ik nog eens de variant waarmee ik in de eerste ronde tegen Lehmann zo de kous op de kop had gekregen. Ook dit keer ging het weer helemaal mis doordat ik op de zevende zet een loperoffer op f7 faliekant over het hoofd zag. Menigeen had direct opgegeven, maar dat vond ik al te gek. Al op de achtste zet verliezen… . Dus deed ik nog een paar zetten. Ik verloor have en goed.
Matanovic won één à twee pionnen en stond op een gegeven ogenblik een stuk voor. Hij had rustig kunnen afwikkelen naar een glad gewonnen eindspel, maar dat was hem te min. Kennelijk wilde hij in de kortst mogelijk tijd winnen. Misschien ook ergerde hij zich aan mijn abominabel slechte spel. Ik weet het niet. In ieder geval zag hij een klein schaakje over het hoofd, waarna mat niet meer te verhinderen was.
Het duurde even voor ik me had gerealiseerd, dat ik nu had gewonnen. Een vreemde gewaarwording. De gevoelens die een dergelijk zeldzaam staaltje geluk oproepen, zijn niet te beschrijven. Men waant zich de lieveling der goden. Men ervaart een triomf, sterker dan na de fraaiste aanvalspartij die men met grote verdienste tot winst heeft geleid. Voor Matanovic was het natuurlijk niet zo leuk. Een uur later zat hij nog steeds verbijsterd en niet begrijpend naar het inmiddels leeggeruimde bord te staren. De partij, een misdaad jegens het schaakspel, vindt u hieronder.

De partij geef ik met het commentaar van Donner in ‘De Koning’, aangevuld met dat van Lakdawala (CL) in ‘Winning Ugly in chess’.

 

Recensies
In de Nieuwsbrief van het Max Euwe Centrum (dat door Cor ten Woude om mee te nemen op de club wordt neergelegd) vat recensent Florian Jacobs boek samen als ‘… een vermakelijk wegleesboek. Voor wie van vrolijk schaak houdt.’
Inderdaad.

Het boek van Lakdawala is ook uitgebreid gerecenseerd op schaaksite.nl en vind je hier:
recensie Cyrus Lakdawala: Winning Ugly in Chess

De slotconclusie van de recensent is:

Koop dit boek als je graag vermaakt wil worden met leuke spectaculaire partijen die met humor worden gepresenteerd.
Koop dit boek niet als je schaakboeken leest om een betere speler te worden of echt wil leren hoe je ondanks je lelijke spel toch partijen kunt winnen.

 

Met het eerste advies aan het eind van de recensie ben ik het van harte eens. Het tweede advies, om het boek niet te kopen als je een betere speler wilt worden, vind ik minder. Niets is immers relativerender dan humor en zelfspot. En daarvan word je ook tot een betere speler!

Jan Hopman

Op vrijdag 21 februari hebben we een eetafspraak met een oud-lid van onze club en zijn partner. In mijn geheugen zit dat hij eens een opmerking heeft gemaakt over een manoeuvre in een partij tussen ons die hem is bijgebleven. Dat is een idee met Ta8-a7, waarmee zowel veld f7, dat onder druk stond, wordt gedekt maar ook de weg vrij is gemaakt voor een verdubbeling over de a-lijn. Daar wil ik het nog wel eens met hem over hebben maar herinner me niet wanneer die partij gespeeld is. Daarom heb mijn oude notatieboekjes uit de kast getrokken en al mijn partijen met hem opgezocht. In het boekje van het seizoen 2000 – 2001 trekt een winstpartij tegen Hopman mijn aandacht. Dat blijkt niet een partij tegen Pieter te zijn, maar tegen zijn vader, Jan. Voor een winstpartij tegen Pieter moet ik verder terug in de geschiedenis.

Jan is denk ik maar één of twee seizoenen lid geweest van SC Purmerend. Ik voer de partij gelijk maar in de database in en zie Jan nog duidelijk voor me. Toentertijd in mijn ogen een al oudere man van wie ik (daarom?!) natuurlijk ga winnen. Dat gebeurt ook, maar de ongenadige Fritz 16 laat zien dat ik weliswaar langdurig een redelijk voordeel heb en meermalen een betere voortzetting nalaat, maar dat Jan met het torenoffer 34. Txf7! de winst mist. Hij geeft in plaats daarvan een paard cadeau. Een zet later speelt hij Txf7 wel, maar dan is het niet meer goed. Na nog een paar zetten kan ik het punt bijschrijven.
Ik kan me niet meer herinneren dat we in de na-analyse het torenoffer nog bekeken hebben, de computer heeft het nu laten zien.

Het toeval (?) wil dat dit alles, deze levendige herinnering, zich heeft afgespeeld op donderdag 20 februari, de dag dat de vader van Pieter is overleden! Weer een voorbeeld van het fenomeen ‘synchroniciteit’, waarover ik eerder (10 december 2018) schreef (zie https://www1.schaakclubpurmerend.nl/nieuws/synchroniciteit/).
En hoe ik erbij kwam Jan toen als een oudere man te zien, geen idee. Te weinig in de spiegel gekeken, zeker. Jan is maar één jaar en vier dagen ouder dan ik.

Voor de volledigheid onze partij: