Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

roha

Bekercompetitie

De eerste kwartfinale van de bekercompetitie heeft meteen een verrassing opgeleverd. Marc Holla wist vorige week onze kersverse IM Barry Brink op remise te houden. Door het ratingverschil van meer dan 150 punten bekert Marc verder.

In de halve finale komt hij met zwart Jacob van Twisk of Pieter Hopman tegen. Jacob en Pieter spelen hun partij morgen, 7 februari. Pieter moet winnen om door te gaan.

Morgen spelen ook Frank van der Velpen en Wim Luberti hun kwartfinale. Het ratingverschil is dusdanig dat Wim moet winnen om door te kunnen.

De laatste kwartfinale gaat tussen de winnaar van de nog te spelen partij tussen Lucas van Mil en Evert Schlebaum, en Paul Volkers. Gaat Lucas door, dan heeft Paul wit, bekert Evert verder dan heeft Paul zwart.

Voorjaarstoernooi 2019

Op het moment van schrijven staat de teller op 36 aanmeldingen voor het Voorjaarstoernooi waarvan 23 van SC Purmerend. Het begint dus al aardig te lopen!

Het Voorjaarstoernooi wordt dit jaar begin maart, op de 8e en de 9e, gehouden, de vorige edities waren eind april, begin mei. Daarmee is de planning van het toernooi weer terug zoals het ooit begon. Onze secretaris Foppe Reinders liet onlangs weten dat hij in het papieren archief een aankondiging van het Voorjaarstoernooi uit 1965 had gevonden. Toen werd het op zaterdag en zondag gespeeld. Tegenwoordig spelen we op vrijdagavond en zaterdag overdag, hetgeen door de deelnemers als zeer plezierig wordt ervaren. Foppe vroeg zich af of het toernooi in 1965 voor de eerste keer werd gehouden. Frank Reurs, ons bestuurslid jeugd en als zodanig organisator van het scholentoernooi, zocht toevallig in het archief met de digitale clubbladen en keek gelijk naar wat hij zag over het Voorjaarstoernooi. Hij vond een vermelding uit 1971 (14e jaargang, nr 3, lees het na!), waarin werd gesproken over de 14e editie van het Voorjaarstoernooi, met het fabelachtige aantal van 136 deelnemers! Dat toernooi was zo groot omdat het ter ere van het 40-jarig bestaan van Schaakclub Purmerend was. Er waren twee invitatiegroepen met coryfeeën uit die tijd als Fred van der Vliet, Lex Jongsma en Frits Roessel. Dat zou betekenen dat het Voorjaarstoernooi, aangenomen dat het elk jaar werd georganiseerd, al in 1958 voor de eerste keer heeft plaatsgevonden.

Zelf ben ik ook gaan spitten om te zien of in dit artikel een definitief antwoord te geven is. Een probleem is dat er tegenstrijdige gegevens zijn. In het clubblad van 1965 vind ik de vermelding dat in dat jaar het 5e Voorjaarstoernooi wordt gespeeld. Dan kan het in 1971 niet het 14e geweest zijn, ik heb niet gevonden dat er meerdere keren per jaar een toernooi is georganiseerd. In de eerste jaargang (nr. 8, december 1957) staat:

Ons jaarlijkse toernooi.
De voorbereidingen voor ons traditionele toernooi zijn nu zover
gevorderd, dat wij u nu hierover mededelingen kunnen doen. Het zal
gehouden worden op vrijdag, zaterdag en zondag 7, 8 en 9 februari. De aanvangstijden zijn: vrijdagavond 8 uur, zaterdagmiddag
2 uur, ’s avonds 8 uur, zondagmorgen 10 uur en 1 ’s middags 2 uur.
De prijsuitreiking vindt plaats zondagavond 9 februari. Er wordt
gespeeld in groepen van vier. Het inleggeld is laag gesteld en bedraagt
slechts f 1, –.

Ook u, die thuis wel eens schaakt en nog niet besloten heeft
dat in clubverband ·te gaan doen, kunt aan het bovenbedoelde toernooi
deelnemen. Het bestuur van de schaakclub Purmerend heeft besloten
een aparte groep voor thuisschakers (sters) voor dit toernooi
samen te stellen. Ook voor u bedraagt het inleggeld slechts
f 1,–.

Vijf ronden voor vierkampen? In het clubblad van december 1959 vind ik de mogelijke verklaring:
Voor de deelnemers, die, om principiële redenen niet op Zondag spelen, bestaat gelegenheid een partij vooruit te spelen op Donderdagavond 4 Februari.

In 1957 wordt gesproken over ‘ons traditionele toernooi’, hetgeen suggereert dat het toernooi hiervoor al eens is georganiseerd. Dat is in de clubbladen niet terug te vinden, immers 1957 is de 1e jaargang. Maar dan zou in 1971 toch best wel eens de 14e editie kunnen zijn.

Het kan zijn dat er verwarring is ontstaan door de benaming. De eerste keer dat ik de vermelding ‘Voorjaarstoernooi’ tegen kom is in het clubblad van februari 1963. Dat klopt dan weer niet met de vermelding dat in 1965 de 5e editie wordt gespeeld.
Kortom, vraagtekens te over, het blijft onduidelijk wanneer de eerste keer is geweest. Deze eeuw is het toernooi een paar keer niet gespeeld. Hoeveel keer niet, dat wordt nog uitgezocht. Maar als we aannemen dat vóór 1957 het toernooi een of meerdere keren is georganiseerd, in de jaren ’10 van deze eeuw een paar keer niet, dan zouden we komend jaar de 60e jubileumeditie kunnen spelen!

Wilt u nog meedoen? Dat kan, maar haast u. Klik hier voor de flyer.

Rating:            De resultaten worden doorgegeven aan de ratingcommissie van de KNSB

Training 17-01-2019

Het materiaal van de training van 17 januari is geplaatst in het besloten deel van de website. De volgorde van de artikelen is gewijzigd, het huidige seizoen staan nu bovenaan.

De Theoretici

SITUATIE, STIJL EN STRATEGIE 3

De vorige keer zijn de ‘Beschouwende’ spelers aan bod gekomen. Deze keer zoomen we in op de ‘Theoretici’. De belangrijkste kenmerken van dit type speler zijn dat zij over de schaakstrategie nadenken en modellen en theorieën ontwikkelen die helpen beter inzicht in schaakstrategie te krijgen. Hun ideeën testen ze in de praktijk, houden er zo lang mogelijk aan vast tot het tegendeel bewezen is. Zij zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het schaakdenken.

Een belangrijk deel van de hedendaagse gedachten over strategie zijn terug te voeren op de zogenaamde Klassieke spelers. In het bijzonder natuurlijk Steinitz, de eerste speler die geprobeerd heeft een samenhangend kader te schetsen. Niet alles wat hij heeft bedacht is correct gebleken maar zijn ideeën vormden wel het platform waarop verder kon worden geborduurd. Steinitz wordt dan ook niet ten onrechte de ‘vader van de schaakstrategie’ genoemd.

Steinitz was niet zo geïnteresseerd in snelle winst door een flitsende aanval. De aanvalskunst in zijn tijd was niet zo ontwikkeld als nu, de kunst van het verdedigen al helemaal niet. Aanvallen waren vaak niet helemaal correct, de verdedigers lieten zich vaak overrompelen. Dat heeft ons fraaie partijen opgeleverd, van bijvoorbeeld Morphy en niet te vergeten de ‘onsterfelijke partij’ van Anderssen tegen Kieseritzky, nog maar eens zonder commentaar bijgevoegd omdat het leuk blijft hem na te spelen.

Steinitz wees op het belang van blijvende positionele voordelen. Hij formuleerde het principe dat een aanval alleen kan slagen als het gebaseerd is op gezonde positionele kenmerken.

De eerste voorbeeldpartij is er een waarin Steinitz demonstreert hoe het loperpaar te gebruiken. Hij was de eerste die het belang ervan inzag. Dankzij hem weten we hoe we de strijd tussen loper en paard moeten voeren.

De tweede partij is ook van Steinitz waarin hij de kracht van het loperpaar demonstreert volgens de methode zoals Réti die zo mooi (zie de eerste partij) heeft beschreven.

In de derde partij zien we Leko aan het werk. Leko heeft een goed ontwikkeld gevoel voor de pionnenstructuur in het centrum en voor de zwakte van velden en pionnen. Hij lijkt op de Klassieken door zijn systematische en methodische uitbuiting van dergelijke zwaktes.

Samengevat:
De Theoretici zijn zeer sterk in stellingen waar de nadruk ligt op het systematische spelen met een positioneel kenmerk zoals het loperpaar, de pionnenstructuur in het centrum of zwaktes in het algemeen. Zij combineren hun talent voor systematisch en logisch denken met een vaak grondige kennis van de schaakgeschiedenis en de ontwikkeling van de schaakstrategie. Zij zijn doorgaans goed voorbereid in de opening, op basis waarvan ze gezonde stellingen krijgen die om systematisch, planmatig spel vragen.

Tegenstanders moeten proberen de logische lijn te doorbreken. Streef naar stellingen waar de logica niet duidelijk is. En naar stellingen waarbij concrete stellingskenmerken belangrijker zijn dan ideeën over wat ‘de juiste strategie’ in een stelling is. Dat betekent zoeken naar scherpe varianten waarbij nauwkeurigheid van groot belang is.

THEORETICI

Pluspunten
• Zijn goed op de hoogte van de schaakgeschiedenis en de ontwikkeling van schaakstrategie, baseren hun besluiten daarop.
• Baseren besluiten op logisch denken, partijen zijn vaak logisch en systematisch, met een duidelijke lijn.
• Goed begrip van algemene concepten en theoretische modellen.
• Willen langdurende theorieën ontwikkelen, in alle fasen van het spel.
• Goede openingskennis en -voorbereiding.
• Focus op een gezond openingsrepertoire, dat leidt tot gezonde stellingen.
• Het openingsrepertoire is solide, gebaseerd op een gedegen overall concept en zijn daarom steeds weer te gebruiken, gaan lang mee.
• Goed begrip van de pionnenstructuur in het centrum en hoe die de strategie bepaalt.
• Goed in het spelen in gesloten en halfgesloten stellingen (= planmatig, minder concreet).
• Hebben een voorkeur voor het loperpaar, kunnen er goed mee overweg.
• Sterk in stellingen waarbij de nadruk ligt op het benutten van positionele kenmerken, zoals loperpaar, structuur in het centrum, pionzwaktes.
• Blijvende positionele voordelen.
• Een aanval kan alleen slagen als hij gebaseerd is op positionele voordelen.
• Systematische werkers, vooral geïntroduceerd door Botwinnik.

Minpunten
• Kunnen soms rigide zijn, vasthouden aan eigen denkbeeld, plan.
• Dogmatisch denken.

Spelen tegen een Theoreticus:
• Doorbreek zijn logische gedachten.
• Streef naar stellingen die niet ‘logisch’ zijn.
• Baseer besluiten meer op concrete varianten dan op grondige kennis van wat ‘het juiste plan is in dit type stelling’. De theoreticus begrijpt daar meer van.
• Kies scherpe, maar geen dubieuze, openingen.

Spelers
• Steinitz
• Tarrasch
• Nimzovitch
• Botwinnik
• Kramnik
• Leko

‘Denkers’.

Update Bekercompetitie

De bekercompetitie is gevorderd tot de achtste finales. Daarin zijn zes van de acht partijen gespeeld:

  • Rob van Someren – Barry Brink 0 – 1
  • Pieter Hopman – Romayn Brandsma 1 – 0
  • Perry Koopmans – Jacob van Twisk 0 – 1
  • Cor Groot – Frank van der Velpen 0 – 1
  • Wim Luberti – Sven Damen 1 – 0
  • Paul Volkers – Gerard Lonnee 1 – 0

De partij tussen Ton van Nieuwkerk en Marc Holla staat nog open, maar door de drukke agenda van Ton is het moeilijk de partij op tijd te laten spelen. We doen pogingen de partij door te laten gaan, lukt dat niet dan zal Ton zich helaas moeten terugtrekken.

Uit de tussenronde staat nog de partij, op 10 januari, tussen Lucas van Mil en Kees Pruis op het programma. De winnaar daarvan speelt de achtste finale tegen Evert Schlebaum.

De uitslagen hebben tot gevolg dat in de kwart finales de partijen

  • Marc Holla – Barry Brink of Barry Brink – Ton van Nieuwkerk
  • Jacob van Twisk – Pieter Hopman
  • Frank van der Velpen – Wim Luberti

gespeeld gaan worden. Paul Volkers moet nog even wachten wie zijn tegenstander gaat worden: Lucas van Mil, Kees Pruis of Evert Schlebaum.