Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Penning

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Matouš, 1975

Wit wint

 

Deze studie kwam ik onlangs tegen. Interessant is de manier waarop de schrijver van het boek waarin ik de studie vond, de oplosser op instructieve wijze aan de hand meeneemt naar de oplossing. Het thema van de studie is een eeuwige penning.

Aan de hand van de diagrammen is de oplossing goed te volgen. Aan het eind van dit artikel is de partij, zonder commentaar, als pgn na te spelen.

De zoektocht naar de oplossing begint met een voor de hand liggende maar uitstekende vraag:

Welke kandidaatzetten zijn er?

  • Drie schaakjes: Le7+, 1. g7+ en 1. Dd6+.
  • Verder drie zetten waarbij wit iets slaat: gxh7, 1. gxf7, 1. Dxa8 en 1. Dxa5.
  • Ten slotte een zet met een dreiging: Dc8.

 

De beste zet is 1. Dc8!

 

Waarom is dit de beste zet? De zet dreigt Le7+ met damewinst en, heel belangrijk, op c8 dekt de dame veld e6.

Met een analyse van de andere mogelijkheden kunnen we de overige kandidaatzetten schrappen. Belangrijk is te onderzoeken waarom.

Eerst de schaakjes:

I. Le7+ faalt natuurlijk op 1. …, Dxe7+.

II. g7+ ziet er aantrekkelijk uit maar na 1. …, Kg8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 1. …, Kg8

 

  1. Dxa8 [2. Lxa5 De6+ 3. Dxe6 fxe6 is het remise omdat zwart vroeger of later de g-pion wint door zijn eigen pionnen te offeren. ] 2. …, De6+ 3. Kg5 Kxg7 en ondanks zijn stuk meer kan wit niet winnen omdat hij geen pion meer heeft om te laten promoveren.

III. De derde verleidelijke variant is 1. Dd6+ Kg8 2. gxh7+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 2. gxh7+

 

Maar zwart verdedigt zich met 2. …, Kh8! en verschuilt zich daarmee achter de witte pion die een sta-in-de-weg voor wit is. [Zwart gaat snel mat na 2. …, Kxh7?? 3. Dh2+ Kg8 4. Dg3+ Kf8 5. Dg7#] 3. Dd4!? Dreigt een aftrekschaak, maar wit heeft geen echte dreiging en daarom heeft zwart tijd voor bijvoorbeeld een zet als 3. …, a4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 3. …, a4

 

[maar niet 3. …, De6+? 4. Kg5+ Kxh7 5. Lf6! en zwart kan mat niet voorkomen] 4. Kg5+ Kxh7 5. Lf6 [5. Dh4+ Kg8!] 5. …, Dg8+ 6. Kf4 Dg6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 6. …, Dg6

 

En wit slaagt er niet in een matnet te weven. 7. Dd8 Dg8 8. Dd3+ Dg6 9. Dh3+ Dh6+ De dames worden geruild en het is remise.

 

De schaakjes hebben niet het gewenste effect en kunnen we de slagzetten gaan onderzoeken. De eerste is het verleidelijke:

 

I. 1. gxh7.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 1. gxh7

 

Deze zet zou heel vervelend voor zwart zijn geweest, ware het niet dat zwart met 1. …, Dxd8+ de loper met schaak slaat. Na 2. Kf5 volgt 2…, Kg7 en wit kan opgeven.

II. Hetzelfde geldt voor 1. gxf7 Dxd8+.

 

Omdat slagzetten met de pion niet goed zijn onderzoeken we de slagzetten van de dame, allereerst:

I. 1. Dxa8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 1. Dxa8

 

Deze zet dreigt ook Le7+!, met gebruikmaking van de penning over de achterste rij. Maar 1. …, De6+ [1. …, hxg6 2. Le7+ en wit wint de dame] 2. Kg5 Dxg6+ 3. Kf4 Dd6+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 3. …, Dd6+

 

En zoals we al gezien hebben kan wit, met een stuk meer maar zonder een pion op het bord, niet winnen.

II. Hetzelfde geldt voor 1. Dxa5, De6+.

 

De eerste zet moet dus 1. Dc8 zijn.

1. Dc8!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 1. Dc8!

 

Welke verdedigingen heeft zwart tegen het dreigende Le7?

I. 1. …, Kg8!

De enig mogelijke verdediging. Die is weer te vinden is door de mogelijke zwarte antwoorden achtereenvolgens af te gaan. Na het elimineren van alle foutieve schaak- en slagzetten blijft alleen het multifunctionele Kg8 over. Met Kg8 dreigt zwart op g6 te slaan of schaak te geven op e6. Tegelijkertijd verdedigt zwart zich tegen de zet Le7, want er is nu geen schaak. Als de loper wijkt valt de witte dame.

Nu werkt 1. …, De6+ niet voor zwart vanwege 2. Dxe6 fxe6 3. gxh7 en de witte pion is niet tegen te houden.

II. 1. …, Pc7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 1. …, Pc7

 

Op het eerste gezicht lijkt het erop dat wit het paard alleen maar met de dame kan nemen en niet met de loper. Maar wit hoeft het paard niet te slaan:2. Le7+! kraakt de zwarte verdediging dankzij de penning! [Als wit het paard met de dame slaat: 2. Dxc7 volgt uiteraard 2. …, De6+ met de verdediging die we al gezien hebben.] 2. …, Kg8 3. gxf7+ en zwart verliest de dame!

 

Wit moet nu snel zijn vanwege de zwarte tegendreigingen.

Welke zet neutraliseert beide, het slaan van de witte pion en het schaak met De6+, dreigingen?

2. Lc7!!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 2. Lc7!!

 

Een zet met een dreiging! Zwart kan geen schaak met de dame op e6 geven vanwege de penning en als zwart de pion op g6 slaat valt de dame. Op 2. gxh7+ volgt natuurlijk weer 2. …, Kh8.

Dus 2. …, Dxc8 zwart moet wel. 3. gxf7+ Kh8

Op 3. …, Kf8 volgt natuurlijk 4. Ld6#!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 4. Ld6#!

 

Een belangrijk detail van wits combinatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 3. …, Kh8

 

Als we de stelling bekijken lijkt het alsof wit te ver is gegaan. Wit is de dame kwijt en zwart kan indien nodig zijn dame geven voor de witte pion.

Maar feitelijk is dit een prachtige stelling met een bijzondere penning waarbij de drie witte stukken zwarts dame, paard en pionnen domineren.

4. Le5!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 4. Le5!

 

Dreigt een vernietigend aftrekschaak. En als wit kan promoveren is het mat.

Hoe kan zwart dit voorkomen? Dat kan alleen door met de dame de witte loper aan te vallen. Daarnaast moet de dame het promotieveld f8 dekken. En ten slotte is het belangrijk dat zwart de loper met schaak moet kunnen nemen, anders is f8D mat.

 

Welke zet voldoet aan deze criteria?

4. …, Dc5!

Of 4. …, Df8 Ke6+ Dg7 6. f8=D#

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 6. f8=D#

 

Penning!

 

Ook 4. …, h5 Kg6# helpt niet.

 

Wit mag niet toestaan dat zwart de loper met schaak kan nemen. De loper moet naar een veilig veld, dus b2 of a1.

5. Lb2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 5. Lb2

 

Nu zit de dreiging Ke6 mat in de stelling. Waarom b2 het juiste veld is zal dadelijk blijken.

 

  1. Ke6+? is niet goed want dan volgt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 5. Ke6+?

 

  1. …, Dxe5+ Het is belangrijk dat zwart de dame de loper met schaak kan slaan. Dan heeft de zwarte koning de benodigde extra zet om de f-pion van promotie af te houden.

 

  1. Kxe5 Kg7 en zwart wint.

6. …, Nc7!!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 5. …, Nc7!!

 

Een uitstekende verdediging, de paardzet verhindert dat wit met Ke6 mat kan geven.

 

Zwart kan zich nu niet redden door de loper aan te vallen omdat de loper niet met schaak geslagen kan worden.
5. …, Db4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 5. …, Db4

 

  1. Ke6+ Dxb2 7. f8=D#

Of 5. …, Df2+ Ke6+ Dxb2 7. f8=D#

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 7. f8=D#

 

Tijd voor de altijd belangrijke vraag: wat kan mijn tegenstander spelen als hij aan zet zou zijn? Nadere beschouwing leert dat zwart in een zetdwang positie verkeert: het paard op c7 moet veld e6 blijven dekken, de dame moet f8 dekken en verhinderen dat de witte koning met een aftrekschaak naar e7 of de vijfde rij kan gaan. De pion op h7 is door de dekking van g6 aan zijn plaats gebonden. Zwart kan alleen nog maar zetten met zijn a-pion doen.

6. La1 a4 7. Lb2 a3 8. La1

Dit is de reden dat wit op de vijfde zet de loper naar b2 moest spelen. Het was een kwestie van uittellen of de loper op de vorige zet naar b2 of naar a1 moest. Als wit nu aan zet zou zijn zou zwart winnen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 8. La1

 

8. …, a2 9. Lb2 a1=D 10. Lxa1

Nu moet zwart met een van zijn stukken spelen en daarmee een cruciale dekking opgeven. Dat leidt tot verlies van de partij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stelling na: 10. Lxa1

 

10. …, Nd5+ 11. Ke6+ Nc3 12. Lxc3+ Dxc3 13. f8=D#

 

1 – 0

 

De studie als pgn:

 

Bron: Jankovic, Alojzije – The Grandmaster Mindset (2020)

 

Rob Hählen

2023-09-29

Delen